Wesselink
Wesselink (ook: Wesseling) is een adresnaam
Zeer veel familienamen zijn van toponiemen (aardrijkskundige namen) afgeleid. Deze namen geven aan waar men vandaan kwam (herkomstnamen), welk gebied of landgoed men bezat of beheerde, of welke huizen men al dan niet met bijhorend land in eigendom of pacht had.
Bij deze laatste groep duiden de
namen tevens aan waar men heeft gewoond. Straatnummers zijn
immers nog niet ingevoerd! Dit type naam wordt dan ook wel met
de term 'adresnaam' van de herkomstnamen onderscheiden. Herkomstnamen gaan voornamelijk terug op namen van steden,
dorpen en landen; adresnamen op microtoponiemen:
namen van huizen, velden, waterlopen, straten. - Van der Heide, Hordijk, Van der Meulen, Nijdam, Verdonk, Van der Werf - Boerderijnamen in het (noord)oosten van het land eindigend op -ing of -ink: Aalderink, Bruggink, Joling, Lanting, Lieftink, Oonk. - Andere boerderijnamen als Nijhof, Bronsvoort, Nooitgedagt - Huizen en herbergen: Bontekoe, Fortuin, Hardebol, Hoppezak, Nagtglas, Spiegel, Van der Wereld.
Tot deze subgroep behoren ook de namen die aan scheepsnamen zijn ontleend.
Zonder genealogische achtergrondinformatie kan men familienamen niet zomaar volgens de simpele verdeling van toponiemen hierboven indelen. Men zou bijvoorbeeld kunnen veronderstellen dat de familienaam Hinlopen op de Friese plaatsnaam Hindelopen teruggaat. Het blijkt echter geen herkomstnaam te zijn. Deze naam is immers ontleend aan een huis 'daer Hindelopen uythangt', dus een huis genaamd Hin(de)lopen met de plaatsnaam afgebeeld op een uithangbord.
Verwant met de herkomstnamen zijn de woonplaatsnamen of adresnamen. Maar in deze categorie wordt niet de voormalige, maar de actuele woonplaats van de naamdrager genoemd, zijn domicilie als het ware. Net zoals de herkomstnamen bevatten ze een topografische aanduiding, die verwijst naar een vast punt in het ruimtelijke referentiekader van een kleinschalige gemeenschap. Dat kan bijvoorbeeld de woning zijn van de naamdrager zoals zijn huis, kasteel, hoeve, herberg, de landschappelijke sector waarop of waarbij hij woont, zoals een bos, een heideveld, een moeras, een cultuurlandcomplex, of een ander verschijnsel dat dienst doet als ruimtelijk richtpunt. Men denke daarbij aan waterlopen, waterovergangen, grenspalen, veldkruisen, stadspoorten, alleenstaande bomen, galgen, uitkijkposten, enzvoort). Zowel herkomstnamen als woonplaatsnamen bevatten dus een aardrijkskundige benaming. Bij de eerste categorie gaat het om namen die al tot vaste plaatsnaam of toponiem zijn versteend op het ogenblik dat er bijnamen mee werden gevormd.
Het topografische woord aan de oorsprong van woonplaatsnamen kan evengoed al toponymische status hebben gehad, maar de beschrijving van iemands adres heeft ook kunnen gebeuren aan de hand van uitdrukkingen met de soortnaam voor het werkelijkheidsgegeven waar de persoon gelokaliseerd wordt. Zo kan de stamvader van een familie Van der Heijden(n), Van den Heede of Van Hee inderdaad aan of op een heideveld hebben gewoond, maar ook in een gehucht waar alle heide al eerder in cultuurland is omgezet, en dat naar zijn voormalige status de eigennaam Heide of ter Heide(n) draagt. Het enige waar we met zekerheid van uit mogen gaan, is dat de bakermat van de familie gezocht moet worden op een plek die ooit een heide is geweest (...)
De classificatie van terreinwoorden binnen een bepaalde rubriek [natuurland, cultuurland, bos] is meermaals voor discussie vatbaar. Immers, zoals alle soortnamen staan ook landschappelijke benamingen bloot aan betekenisevoluties, en een woord kan vanuit verschillende betekenisstadia tot plaatsnaam zijn geworden, en vervolgens tot bestanddeel van woonplaatsnamen. Zo heeft de oorspronkelijke natuurlandbenaming ‘veld’ in tal van dialecten al vroeg de betekenis 'bouwland(complex)' aangenomen, en ging de verkleinvorm veldeke plaatselijk (in Zuid-Oost-Vlaanderen) zelfs een heel specifiek perceelstype aanduiden, namelijk een omsloten bouwlandperceel in privé-exploitatie, bestemd voor de teelt van gewassen die niet onderworpen zijn geweest aan de verplichte driejaarlijkse wisselbouw die heeft gegolden voor de productie van broodgraan.
Elders in Vlaanderen heet zo'n perceel bilk, in Brabant blok. Bovendien, als een terreinnaam vanuit de een of andere betekenis tot vaste plaatsnaam is geworden, blijft die in de regel met die plaats verbonden, ook al verandert het benoemde terrein van uitzicht en bestemming. Dat principe van naamsbehoud bij veranderende werkelijkheid verklaart waarom in gebieden waar veld als soortnaam nooit een 'bouwland'-betekenis heeft aangenomen, toch vele cultuurlandcomplexen een 'veld'-naam dragen. We hebben dus vaak geen zekerheid over de aard en het uitzicht van het terrein op het ogenblik dat de naam ervan aanleiding gaf tot bijnamen en familienamen. De stamvader van een familie Van de Velde kan dus zowel in een woeste omgeving hebben gewoond, als bij een uit 'veld' ontgonnen cultuurcomplex, dat toponymisch als veld werd aangeduid. Het is dus beslist onjuist om in elke 'topografische' familienaam de etymologische betekenis van het achterliggende terreinwoord te projecteren.
· - onverbogen hoofdwoord zonder voorzetselaanloop: Bos · - hoofdwoord met genitiefuitgang: Broeks · - voorzetsel + (al dan niet verbogen) lidwoord + (al of niet verbogen) hoofdwoord: Van de(n) Bos(se) · - voorzetsel alleen: meestal 'van' (= samentrekking van 'van den'): Van Bos, soms een ander voorzetsel, b.v. Ten Bos(se). · - ver- (samentrekking van 'van der') + hoofdwoord: Verkouter · - hoofdwoord + element -man(s): Bosman(s) · - hoofdwoord + suffix -ma: Miedema [2]
Varianten zijn: Wesseling, Wessing, Wesselingh > Klein Wesselink, Oude Meijers op Wesselink, Wesling, Wesseling Lefering, Wesselingh, Wesselings, Wesselink en Wessling.
Naamsvermeldingen en literatuurreferenties: • Herman Wesseler, 1732 Usselo, nakomeling van Hendrick Weeslinck, 1637. Berent Wesselijnck, 1732 te Usselo [Geerdink-v.d. Worp-1989, deel 1, pagina: 10].
Wesseling
Verklaring:
Naamsvermeldingen en literatuurreferenties • Erven die in aanmerking komen: bij groenlo, in 1188 Wesceling; Twekkelo (Enschede), in 1188 Wesceling; De Lutte (Losser), in 1332 Wesseling; Steenderen, in 1382-83 Wesselinck; Veldwijk (Vorden), in 1402 Grote en Cleyne Wesselinck; Dulder (Weerselo), in 1297 Weschelinc; Barlo (aalten), in 1473 Wesselinck; Rijssen, in 1348 Wesselinc of Wessing [Hekket-1975, pagina: 171]. • Johannes Wesselingh, geboren Zoeterwoude 1931, stamt af van Heinrich Wesseling, huwelijk: Münster 1631 ['Wapenregister', in: Jb. CBG 53 (1999), pagina: 275; J.P. Wesselingh, Genealogische oefeningen op het thema Wesselingh, Utrecht 1984].
Aantal naamdragers bij de volkstelling van 1947 van ‘Wesseling:’
Naamsverspreiding over Nederland.
Varianten en/of samenstellingen
zijn:
Naamsvermeldingen en literatuurreferenties • [Duden Familiennamen, p 713]. • Sophie H. Wetzels-Terakowski, geboren: 26-2-1903, wonachtig: Marktstraat 2, Eijgelshoven [Volkstelling-1947].
Wesselingh Wesselingh stamt waarschijnlijk af van Wesseling.
Naamsvermeldingen en literatuurreferenties • Johannes Wesselingh, geb. Zoeterwoude 1931, stamt af van Heinrich Wesseling, huwelijk: Münster 1631 ['Wapenregister', in: Jb. CBG 53 (1999), pagina: 275; J.P. Wesselingh, Genealogische oefeningen op het thema Wesselingh, Utrecht 1984].
Wessels
Naamsvermeldingen en literatuurreferenties • Johan Wessels, cijnsplichtige te Neede 1598 [Keunen-2006, bijlage III, pagina: 90]. • Johan Heinrich Wessels, geb. Geeste (Duitsland), ca. 1820 te Nieuw Schoonebeek [Poucke van-1990, pagina: 166]. • [J. Wessels, Wessels. De geschiedenis van een familie, Aalten 1992]. • Lammigje Wessels-IJgosse, geboren: 21-2-1881, wonachtig te: B.W. ter Kuilestraat 101, Enschede [Volkstelling-1947]. • Wessels staat anno 1995 op 8 in Emsland, Niedersachsen, terwijl deze naam in heel Duitsland niet tot de meest voorkomende namen wordt gerekend [Spiekermann-2005, pagina: 118; vergelijk: Karte 5 op pagina: 122].
Wesselius Naamsvermeldingen en literatuurreferenties • [R.A. Faber, 'De Wesselii: in Fryske dominysfamylje yn 'e Repub;yk', in: It Beaken 66 (2004), nr 3-4, pagina: 200-239].
Wesseler Naamsvermeldingen en literatuurreferenties
Algemene bron: Meertens Instituut
|